Het woord "saldo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈsal.ðo/
De vertaling van "saldo" in het Nederlands is "saldo". In een bredere context kan het ook verwijzen naar "resterend bedrag" of "balans".
Het woord "saldo" verwijst naar het verschil tussen inkomsten en uitgaven op een rekening, of het restant dat overblijft na de afrekening. Het wordt veel gebruikt in de financiële en boekhoudkundige context. De frequentie van gebruik is hoog, vooral in geschreven contexten zoals bankafschriften, financiële rapporten en juridische documenten. In mondelinge spraak komt het minder frequent voor, maar het wordt meestal wel begrepen.
Voorbeeldzinnen: - El saldo de mi cuenta bancaria es insuficiente para hacer la compra. - Het saldo van mijn bankrekening is onvoldoende om de aankoop te doen.
In het Spaans zijn er enkele idiomatische uitdrukkingen waarin het woord "saldo" voorkomt, vooral in verband met financiën en balans.
Voorbeeldzinnen: - Siempre es bueno mantener un saldo positivo en la cuenta. - Het is altijd goed om een positief saldo op de rekening te hebben.
Zijn saldo werd beïnvloed door onvoorziene uitgaven.
Al final del mes, el saldo debe concidir con los ingresos y gastos.
Het woord "saldo" komt uit het Latijnse "salduus", wat "gezond" of "voorzien" betekent. In de financiële context verwijst het naar een gezonde balans of staat van zaken.
Synoniemen: - Balance - Total - Cuenta
Antoniemen: - Deuda (schuld) - Detrimento (schade)
Door de bovenvermelde informatie over "saldo" te structureren, wordt een duidelijk overzicht gegeven van het woord in verschillende contexts en zijn linguïstische aspecten.