"Saliva" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /saˈliβa/.
Het Spaanse woord "saliva" vertaalt naar het Nederlands als "speeksel".
In het Spaans verwijst "saliva" naar het vocht dat door de speekselklieren in de mond wordt geproduceerd. Het speelt een cruciale rol in de spijsvertering, het bevochtigen van voedsel en het helpen bij de smaakperceptie. In termen van gebruiksfrequentie wordt "saliva" zowel in geschreven als in mondelinge context vaak aangetroffen, vooral in medische of biologische discussies.
La saliva es esencial para la digestión de los alimentos.
(Speeksel is essentieel voor de vertering van voedsel.)
La cantidad de saliva puede variar dependiendo de la persona.
(De hoeveelheid speeksel kan variëren, afhankelijk van de persoon.)
La saliva ayuda a mantener la salud dental.
(Speeksel helpt de tandgezondheid te behouden.)
Hoewel "saliva" niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele uitdrukkingen waarin het woord in een bredere context kan worden gebruikt, vooral als het gaat om gezondheid en spijsvertering.
Tener la boca llena de saliva significa que estás nervioso.
(Een mond vol speeksel hebben betekent dat je nerveus bent.)
A veces, la saliva puede ser un indicador de la salud oral.
(Soms kan speeksel een indicatie zijn van de mondgezondheid.)
Saliva es el primer paso en el proceso de digestión.
(Speeksel is de eerste stap in het spijsverteringsproces.)
Het woord "saliva" komt van het Latijnse "saliva", dat een vergelijkbare betekenis had. Het is verwant aan "salivarius", dat betrekking heeft op speeksel.
Met deze informatie heb je een uitgebreid overzicht van het woord "saliva" in het Spaans, inclusief betekenis, gebruik, etymologie en een aantal contextuele voorbeelden.