Het woord "sembrar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "sembrar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /semˈbɾaɾ/.
"Sembrar" vertaalt naar het Nederlands als "zaaien".
"Sembrar" betekent letterlijk "zaaien", en verwijst naar de actie van zaden in de grond plaatsen om gewassen te laten groeien. In bredere zin kan het ook figuurlijk gebruikt worden om te verwijzen naar het planten van ideeën of intenties.
Het woord wordt vaak gebruikt in zowel de gesproken als geschreven taal. In Mexico, waar de landbouw een belangrijke sector is, is het een veelvoorkomend woord. De frequentie van het gebruik is hoog, vooral in contexten die betrekking hebben op landbouw, tuinieren en metaforisch gebruik zoals het 'zaaien van ideeën'.
Es tiempo de sembrar los tomates en el jardín.
(Het is tijd om de tomaten in de tuin te zaaien.)
Siempre hay que sembrar con cuidado para obtener buenos resultados.
(Je moet altijd zorgvuldig zaaien om goede resultaten te behalen.)
"Sembrar" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
"El rumor que surgió sembró dudas entre los seguidores."
(Het gerucht dat ontstond zaaide twijfels onder de volgers.)
Sembrar el pánico
"La noticia de la tormenta sembró el pánico en la ciudad."
(Het nieuws van de storm zaaide paniek in de stad.)
Sembrar amor
"Es importante sembrar amor en la familia y la comunidad."
(Het is belangrijk om liefde te zaaien in de familie en de gemeenschap.)
Sembrar esperanza
Het woord "sembrar" is afgeleid van het Latijnse "saturare", dat 'vullen' of 'verzadigen' betekent. De oorspronkelijke betekenis heeft zich ontwikkeld naar het moderne gebruik in de context van het zaaien van zaden.
Synoniemen: plantar (planten), cultivar (teelts), engrosar (vermeerderaen)
Antoniemen: cosechar (oogsten), destruir (vernietigen)