"Semestre" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "semestre" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /seˈmestɾe/.
In het Nederlands betekent "semestre" "semester". Het verwijst naar een periode van zes maanden, vaak gebruikt in de context van onderwijs.
In het Spaans verwijst "semestre" naar een academische periode van zes maanden, die vaak een verdieping biedt in een cursus of een studieprogramma. Het wordt veel gebruikt in academische instellingen zoals universiteiten en scholen. De gebruiksfrequentie is hoog, vooral in gesproken en geschreven context binnen het onderwijs.
Este semestre estoy tomando un curso de historia.
Dit semester volg ik een cursus geschiedenis.
El semestre pasado obtuve buenas calificaciones.
Vorig semester behaalde ik goede cijfers.
"Semestre" kan deel uitmaken van verschillende idiomatische uitdrukkingen, vooral gerelateerd aan onderwijs en tijdsperioden.
Cada semestre nos enfrentamos a nuevos desafíos.
Ieder semester staan we voor nieuwe uitdagingen.
Al final de cada semestre, los estudiantes presentan sus proyectos.
Aan het einde van elk semester presenteren de studenten hun projecten.
Es importante planificar bien el semestre para evitar el estrés.
Het is belangrijk om het semester goed te plannen om stress te vermijden.
Durante el semestre, los profesores suelen dar clases de refuerzo.
Tijdens het semester geven de leraren vaak bijlessen.
Het woord "semestre" komt uit het Latijnse "semestre", dat "zes maanden" betekent. Het is afgeleid van "sex" (zes) en "mensis" (maand).
Synoniemen:
- "tercio" (derde, maar kan in sommige academische contexten ook een semester aanduiden)
Antonimen:
- "trimestre" (een periode van drie maanden)
- "año académico" (studiejaar, dat meestal een periode van twee semesters omvat)