Het woord "ser" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "ser" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /seɾ/.
"Ser" wordt in het Nederlands vertaald als "zijn".
Het werkwoord "ser" betekent "zijn" en wordt gebruikt om essentiële eigenschappen, nationale identiteit, origin of afkomst, tijd en permanente toestanden aan te duiden. In de Spaanse taal zijn er twee werkwoorden die "zijn" vertalen: "ser" en "estar", waarbij "ser" wordt gebruikt voor meer permanente of inherente eigenschappen.
De gebruiksfrequentie van "ser" is erg hoog, aangezien het een van de meest fundamentele werkwoorden is in het Spaans en zowel in gesproken als in geschreven context vaak voorkomt.
Él quiere ser doctor.
(Hij wil arts zijn.)
Nosotros somos amigos desde la infancia.
(Wij zijn vrienden sinds de kindertijd.)
Hoy es lunes.
(Vandaag is het maandag.)
"Ser" komt vaak voor in tal van idiomatische uitdrukkingen.
Ser un pez gordo.
(Een belangrijk persoon zijn.)
Hij is een pez gordo in de bedrijfswereld.
(Hij is een belangrijk persoon in de bedrijfswereld.)
Ser la leche.
(Geweldig of ongelooflijk zijn.)
Ese concierto fue la leche.
(Dat concert was geweldig.)
Ser un alma de Dios.
(Een goedhartig persoon zijn.)
Ella es un alma de Dios, siempre ayuda a los demás.
(Zij is een goedhartig persoon, helpt altijd anderen.)
Ser un gallo.
(Een assertief of trots persoon zijn.)
No te preocupes, él siempre será un gallo en su trabajo.
(Maak je geen zorgen, hij zal altijd assertief zijn in zijn werk.)
Het Spaanse werkwoord "ser" komt van het Latijnse "esse", dat ook "zijn" betekent. Dit werkwoord heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld in de Romaanse talen, met variaties in verschillende talen.
"Ser" is een cruciaal en veelzijdig werkwoord in de Spaanse taal, met een breed scala aan toepassingen en uitdrukkingen die de rijkdom van de taal reflecteren.