sueco - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

sueco (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Sueco" is een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "sueco" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈswe.ko/.

Vertaalopties voor Nederlands

De vertalingen van "sueco" in het Nederlands zijn: - "Zweeds" (als bijvoeglijk naamwoord, refererend aan de nationaliteit of de taal) - "Schoen" (specifiek type slipper, in een andere context)

Betekenis en Gebruik

In het Spaans betekent "sueco" voornamelijk "Zweeds", wat verwijst naar alles dat verband houdt met Zweden, zoals de taal (de Zweedse taal) of de cultuur. Het kan ook verwijzen naar de nationale identiteit van mensen uit Zweden. Daarnaast kan "sueco" ook verwijzen naar een soort slipper of schoen die in sommige Spaanstalige landen populair is.

Het woord wordt zowel in geschreven als in gesproken context vaak gebruikt, vooral in situaties waarin de nationaliteit of de cultuur van Zweden ter sprake komt.

Voorbeeldzinnen

Idiomatische Uitdrukkingen

"Sueco" wordt niet veel gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waarin het woord met een culturele of nationale context voorkomt:

Etymologie

Het woord "sueco" stamt af van het Latijnse "Suecus", dat verwijst naar de mensen van de Sueken, een Germanisch volk. Dit verwijst op zijn beurt naar de hedendaagse bevolking en cultuur van Zweden.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen voor "sueco" als bijvoeglijk naamwoord zijn: - "Nórdico" (noords)

Er zijn geen directe antoniemen voor "sueco", omdat het verwijst naar een nationale identiteit. Echter, als het gaat om het beschrijven van andere nationaliteiten, kunnen termen zoals "noruego" (Noors) of "danés" (Deens) worden beschouwd als antoniemen in een bredere zin die betrekking heeft op Scandinavische nationaliteiten.



23-07-2024