"Sueldo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "sueldo" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈswel.ðo/.
"Sueldo" verwijst naar het bedrag aan geld dat iemand ontvangt voor zijn of haar werk, meestal op een maandelijkse basis. Het wordt vaak gebruikt in de context van werk en economie. In het Spaans wordt het woord vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven communicatie, met een hoge frequentie in zakelijke en juridisch gerelateerde teksten. Het woord kan in diverse contexten voorkomen, van gesprekken over persoonlijke financiën tot arbeidscontracten.
Mi sueldo es suficiente para cubrir mis gastos mensuales.
(Mijn salaris is voldoende om mijn maandelijkse uitgaven te dekken.)
La empresa aumentó el sueldo de todos los empleados.
(Het bedrijf verhoogde het salaris van alle werknemers.)
In het Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen die het woord "sueldo" bevatten. Hier zijn enkele voorbeelden:
El sindicato está luchando por aumentar el sueldo de los trabajadores.
(De vakbond vecht voor een salarisverhoging voor de werknemers.)
"Vivir del sueldo" – Van het salaris leven
Muchos españoles viven del sueldo, ya que el costo de vida es muy alto.
(Veel Spanjaarden leven van hun salaris, aangezien de kosten van levensonderhoud zeer hoog zijn.)
"Su sueldo no llega a fin de mes" – Zijn/haar salaris reikt niet tot het einde van de maand
Con tantos gastos, su sueldo no llega a fin de mes.
(Met zoveel uitgaven, reikt zijn/haar salaris niet tot het einde van de maand.)
"Sueldo fijo" – Vaste salaris
Het woord "sueldo" komt van het Latijnse "solidus", dat een type munt aanduidde. Het woord evolueerde in het Oudspaans naar "sueldo", dat begon te verwijzen naar de uitbetaling voor werk.
Synoniemen: - Salario (salaris) - Remuneración (beloning) - Compensación (compensatie)
Antoniemen: - Deuda (schuld), dat kan verwijzen naar een toestand waarin men negatieve financiële verplichtingen heeft in tegenstelling tot het ontvangen van een salaris.