"Suelo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "suelo" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈswe.lo/.
"Suelo" kan in het Nederlands vertaald worden als "grond", "vloer" of "aarde", afhankelijk van de context.
In het Spaans betekent "suelo" zowel de grond waarop we lopen als een vloer in een gebouw. Het wordt vaak gebruikt in zowel geschreven als gesproken context. De frequentie van gebruik is hoog, vooral in dagelijkse conversaties, en het is ook gebruikelijk in verschillende beroepssectoren zoals de bouw, landbeheer en ecologie.
El suelo del jardín necesita un poco de fertilizante.
(De grond van de tuin heeft wat meststof nodig.)
No olvides limpiar el suelo de la cocina.
(Vergeet niet de vloer van de keuken schoon te maken.)
Het woord "suelo" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor. Hier zijn enkele voorbeelden:
Hablar a pie de suelo
(Zich verstaanbaar maken, letterlijk "spreken op gelijke voet.")
Contextualisering: En esta reunión, es importante hablar a pie de suelo para que todos se entiendan.
(In deze vergadering is het belangrijk zich verstaanbaar te maken zodat iedereen elkaar begrijpt.)
Echar raíces en el suelo
(Hij is goed geworteld, letterlijk "wortels in de grond steken.")
Contextualisering: Después de tantos años viviendo aquí, ya he echado raíces en el suelo.
(Na zoveel jaren hier te wonen, heb ik al goed geworteld.)
Tener los pies en el suelo
(Realistisch zijn, letterlijk "de voeten op de grond hebben.")
Contextualisering: Es necesario tener los pies en el suelo y no soñar despierto.
(Het is nodig realistisch te zijn en niet wakker te dromen.)
Het woord "suelo" vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord "solum," wat ook "grond" of "aarde" betekent. Het heeft in de loop der tijd zowel de fysieke betekenis van de oppervlakte waarop men loopt als de constructie van een vloer aangenomen.
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord "suelo" in de Spaanse taal.