"Sus" is een bezittelijk voornaamwoord in het Spaans. Het kan verwijzen naar de derde persoon enkelvoud (hij/zij/het) of meervoud (u) in formele situaties.
De fonetische transcriptie van "sus" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /sus/.
"Sus" betekent "zijn" of "haar" in het Nederlands, afhankelijk van de context. Het kan ook "uw" betekenen in formele situaties.
In het Spaans wordt "sus" gebruikt om bezit aan te geven. Het komt vaker voor in geschreven contexten, maar het is ook gebruikelijk in het dagelijkse gesprek. "Sus" kan gebruikt worden voor het aanduiden van iets wat behoort tot de derde persoon enkelvoud of meervoud, bijvoorbeeld "sus libros" (zijn boeken, haar boeken, uw boeken).
Zij is haar sleutels aan het zoeken.
¿Dónde están sus zapatos?
Het woord "sus" wordt vaak gebruikt in de context van bezittelijke uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele idiomatische uitdrukkingen:
(Betekenis: Iemand is volledig onder de indruk of in de hand van een ander.)
A su manera, sí.
(Betekenis: Iemand doet het op zijn/haar eigen manier.)
En sus sueños.
(Betekenis: Iets wat onwaarschijnlijk of onmogelijk is.)
No es asunto suyo.
(Betekenis: Iemand moet zich er niet mee bemoeien.)
En sus manos.
Het woord "sus" is afgeleid van het Latijnse "suus", wat "zijn, haar" betekent. Het is een bezittelijk voornaamwoord dat door de tijd heen is geëvolueerd in het Spaans.
"nuestro/a" (onze) (afhankelijk van de context)
Antoniemen:
Met deze informatie heb je een uitgebreid overzicht van het woord "sus" en de context waarin het wordt gebruikt.