"Tabaco" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /taˈβako/.
Het Spaanse woord "tabaco" wordt vertaald naar het Nederlands als "tabak".
In het Spaans verwijst "tabaco" naar de bladeren van de tabaksplant, die worden verwerkt tot sigaretten, sigaren of andere tabaksproducten. Het woord wordt veel gebruikt in zowel mondelinge als schriftelijke contexten, vooral in gesprekken over gezondheid, verslaving en noodzakelijke regulaties rondom tabakgebruik.
El consumo de tabaco es perjudicial para la salud.
(Het gebruik van tabak is schadelijk voor de gezondheid.)
En Cuba, la producción de tabaco es una importante fuente de ingresos.
(In Cuba is de productie van tabak een belangrijke bron van inkomsten.)
"Tabaco" komt ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans.
No te preocupes, no lo hice por el tabaco, fue un regalo.
(Maak je geen zorgen, ik deed het niet voor de tabak, het was een cadeau.)
Estar como un tomate por el tabaco
(Rood zijn als een tomaat door de tabak / erg in de war zijn.)
Estaba tan nervioso que me puse como un tomate por el tabaco.
(Ik was zo nerveus dat ik rood werd als een tomaat door de tabak.)
No vale un tabaco
(Waardeert niets / is niet de moeite waard.)
Het woord "tabaco" heeft zijn oorsprong in het Taino (de taal van de inheemse bevolking van de Caribische eilanden) en verwijst naar de tabaksplant en het gebruik ervan. Het komt van het woord "tabaco", dat een soort sigaar of tabaksblad betekende. Het werd later overgenomen in het Spaans en verspreidde zich over de wereld.
Synoniemen van "tabaco" zijn: "p tabaco" en "cigarrillos" (voor sigaretten). Antoniemen zijn moeilijk te definiëren in deze context, maar je zou "salud" (gezondheid) kunnen beschouwen als een concept dat tegengesteld is aan de schadelijke effecten van tabak.