"Tapar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "tapar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /taˈpaɾ/.
De vertaling van "tapar" naar het Nederlands is "bedekken" of "afdekken".
"Tapar" betekent in het Spaans "iets bedekken" of "afdekken". Het wordt gebruikt in verschillende contexten, variërend van het bedekken van objecten tot het afdekken van fijne stoffen of situaties. Het is een veelgebruikt woord in zowel mondelinge als geschreven taal.
Voorbeeldzinnen:
- Debes tapar la olla para que no se evapore el agua.
(Je moet de pan afdekken zodat het water niet verdampt.)
In het Spaans wordt "tapar" ook gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen:
Tapar el sol con un dedo
(de zon met een vinger bedekken) - wat betekent een probleem bagatelliseren of negeren.
Voorbeeld: No podemos tapar el sol con un dedo; la situación es grave.
(We kunnen de zon niet met een vinger bedekken; de situatie is ernstig.)
Tapar la boca
(de mond bedekken) - wat betekent iemand het zwijgen opleggen.
Voorbeeld: La decisión de la empresa solo sirve para tapar la boca a los críticos.
(De beslissing van het bedrijf dient alleen om de critici het zwijgen op te leggen.)
Tapar algo
(iets bedekken) - wat ook kan betekenen om een geheim te verbergen.
Voorbeeld: Ella siempre trata de tapar sus errores con mentiras.
(Zij probeert altijd haar fouten te verbergen met leugens.)
Het woord "tapar" komt van het Latijnse woord "tappare," wat "bedekken" of "afdekken" betekent. Het is een afgeleide term die zich heeft ontwikkeld binnen de Romaanse talen.
Synoniemen: - Cubrir (bedekken) - Ocultar (verbergen)
Antoniemen: - Descubrir (ontdekken/ontbergen) - Revelar (openbaren)