"tarro" is een zelfstandig naamwoord.
In het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) wordt "tarro" getranscribeerd als /ˈtaro/.
De vertaling van "tarro" naar het Nederlands is "pot" of "kan". Het kan verwijzen naar verschillende soorten containers, meestal gebruikt voor het opslaan van voedsel of andere vloeistoffen.
In het Spaans verwijst "tarro" meestal naar een pot of container, vaak van glas of ceramic, die wordt gebruikt voor opslag. In sommige contexten kan het ook een grotere container, zoals een kan, aanduiden. De frequentie van gebruik is regelmatig, en het komt voor in zowel gesproken als geschreven taal, maar het is vooral gebruikelijk in informele contexten.
Voorbeeldzinnen:
- El médico me recomendó beber agua de un tarro en lugar de una botella.
(De dokter raadde me aan om water uit een pot te drinken in plaats van uit een fles.)
Hoewel "tarro" niet vaak voorkomt in veel idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele zinnen waarin het gebruikelijk is om het te horen, vooral in informeel Spaans.
Voorbeeldzinnen:
- El niño se cayó y se golpeó el tarro.
(Het kind viel en stootte zijn hoofd.)
Het woord "tarro" is afkomstig uit het Latijnse "tarricum", dat "een soort pot of houder" betekent. Het is door de eeuwen heen geëvolueerd in de verschillende Romaanse talen, waarbij het zijn huidige vorm in het Spaans heeft aangenomen.
Synoniemen: - Frasco (fles) - Envase (container)
Antonimen: - Vacio (leeg) - Desperdicio (afval)
Deze informatie geeft een uitgebreid overzicht van het woord "tarro" in verschillende contexten en zijn gebruik in de Spaanse taal.