"Terciopelo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "terciopelo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /terθjoˈpelo/ (in Spanje) of /teɾsjoˈpelo/ (in Latijns-Amerika).
"Terciopelo" vertaalt naar het Nederlands als "fluweel".
"Terciopelo" betekent letterlijk "fluweel", een zachte, luxueuze stof met een kenmerkende textuur. In de Spaanse taal wordt het vaak gebruikt in zowel geschreven als gesproken contexten. Het woord komt veel voor in mode, interieurontwerp en kunst, en heeft een frequent gebruik in beschrijvingen van texturen en materialen. Het wordt vaak gebruikt in geschreven tekst, zoals artikelen over mode of decoratie.
La tela de terciopelo es muy elegante para la decoración de interiores.
(De stof van fluweel is erg elegant voor interieurdecoratie.)
Me compré un vestido de terciopelo para la fiesta.
(Ik heb een fluwelen jurk gekocht voor het feest.)
"Terciopelo" komt niet frequent voor in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waar het woord in een meer metaforische context kan worden gebruikt:
La vida no siempre es de terciopelo; a veces hay que enfrentar dificultades.
(Het leven is niet altijd fluweel; soms moet je moeilijkheden onder ogen zien.)
A pesar de las apariencias de terciopelo, la realidad es más dura.
(Ondanks de fluwelen schijn is de werkelijkheid harder.)
Hacer negocios en esa ciudad es como negociar en terciopelo; todo parece suave, pero hay que tener cuidado.
(Zaken doen in die stad is als onderhandelen in fluweel; alles lijkt soepel, maar je moet voorzichtig zijn.)
Het woord "terciopelo" is afgeleid van het Latijnse "versipellem", wat "omvergewend" of "omgedraaid" betekent. Het verwijst naar de manier waarop de stof wordt geweven om de kenmerkende zachte textuur te creëren.
Synoniemen:
- "terciopelo" kan in sommige contexten synoniemen hebben zoals "seda" (zijde) of "tela suave" (zachte stof), afhankelijk van de specifieke eigenschappen die worden benadrukt.
Antoniemen:
- Er zijn geen directe antoniemen, maar termen zoals "rugoso" (ruw) of "áspero" (grof) kunnen in bepaalde contexten als tegenovergesteld worden beschouwd, vooral in termen van textuur.