Het woord "test" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "test" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /tɛst/.
In het Spaans betekent "test" meestal een evaluatie of een controle om de bekwaamheid, kennis of reacties van een persoon, object of systeem te meten. Het wordt vaak gebruikt in educatieve contexten (zoals bij examens en toetsen), maar ook in de geneeskunde en psychologische evaluaties. Het woord "test" heeft een hoge gebruiksfrequentie, vooral in professionele en academische contexten, en wordt zowel mondeling als schriftelijk gebruikt.
El profesor nos dio una test para evaluar nuestro conocimiento.
(De leraar gaf ons een toets om onze kennis te evalueren.)
La test médica reveló que estaba sano.
(De medische test toonde aan dat hij gezond was.)
In het Spaans wordt "test" ook vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen en specifieke contexten.
"Pasar la test" – betekent slagen voor een test of examen.
(Ik hoop dat puedo pasar la test esta vez.)
(Ik hoop dat ik deze keer de toets kan halen.)
"Hacer una test" – betekent een test uitvoeren om iets te controleren.
(El médico decidió hacer una test para confirmar su sospecha.)
(De dokter besloot een test uit te voeren om zijn vermoeden te bevestigen.)
"La test de estrés" – verwijst naar een stress-test.
(El ingeniero realizó la test de estrés en el material.)
(De ingenieur voerde de stress-test uit op het materiaal.)
Het woord "test" is afkomstig van het Engels, waar het een afkorting is van "testis", wat "bewijs" betekent. Het is in gebruik genomen in het Spaans, vooral in academische en medische contexten.
Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "test" in het Spaans, inclusief zijn betekenis, gebruik, idiomatische uitdrukkingen, etymologie en synoniemen/antoniemen.