Hoy hace tiempo de perros, mejor quedémonos en casa.
(Vandaag is het hondenweer, laten we beter thuisblijven.)
No me gusta salir con este tiempo de perros.
(Ik hou er niet van om met dit vreselijke weer naar buiten te gaan.)
Después de perder su trabajo, estaba bajo el tiempo de perros.
(Na het verliezen van zijn baan, bevond hij zich in een vervelende situatie.)
Echar un tiempo de perros: Zich in een moeilijke periode bevinden.