"Tiro" is een zelfstandig naamwoord.
/tɪɾo/
De vertaling van "tiro" naar het Nederlands kan variëren, afhankelijk van de context. De meest voorkomende vertalingen zijn "schot" of "werping".
In het Spaans verwijst "tiro" meestal naar een schot, in de zin van het afvuren van een vuurwapen of een projectiel. Het kan ook verwijzen naar het werpen van een voorwerp, zoals bij sportieve activiteiten. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven taal veel gebruikt, vooral in contexten die verband houden met sport, militaire terminologie en strafrecht.
Voorbeeldzinnen: 1. El tiro del arquero fue directo al arco. - (De schot van de boogschutter was rechtstreeks op het doel.)
"Tiro" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Vertaling: "Hij heeft met zijn schot in de roos geschoten."
A tiro de piedra
Vertaling: "La tienda está a tiro de piedra de mi casa." (De winkel is op steenworp afstand van mijn huis.)
Sin apuntar, un tiro al aire
Het woord "tiro" komt van het Latijnse woord "tyrō", dat "afschieten" of "werpen" betekent. Het is door de tijd heen geëvolueerd en is tegenwoordig sterk verbonden met sport en wapens.
Synoniemen: - Disparo (schot) - Lanzamiento (werping)
Antoniemen: - Fallo (mist, in de context van een gemiste schot)
Door deze secties krijgt u een uitgebreid overzicht van het gebruik en de betekenis van het woord "tiro" in de Spaanse taal.