"Titubeo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "titubeo" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ti.tuˈβe.o].
In het Nederlands kan "titubeo" vertaald worden als "aarzeling", "stotteren" of "wankelen", afhankelijk van de context.
"Titubeo" verwijst naar een toestand van onzekerheid of aarzeling, vaak in de context van spreken waarbij de spreker twijfelt in zijn woorden. Het kan ook een neurolinguïstisch aspect aanduiden, waarbij iemand moeite heeft om vloeiend te spreken. Dit woord wordt doorgaans vaker in geschreven context gebruikt, vooral in academische of medische settingen.
"El titubeo durante su presentación lo hizo parecer inseguro."
(De aarzeling tijdens zijn presentatie deed hem onzeker lijken.)
"El doctor explicó que el titubeo puede ser un síntoma de ansiedad."
(De dokter legde uit dat aarzeling een symptoom van angst kan zijn.)
In het Spaans wordt "titubeo" niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het kan wel in zinnen worden opgenomen die aarzeling of onzekerheid beschrijven.
"No quiero dar titubeo al hablar en público."
(Ik wil niet aarzelen tijdens het spreken in het openbaar.)
"Su titubeo al responder me hizo dudar de su conocimiento."
(Zijn aarzeling bij het antwoorden deed me twijfelen aan zijn kennis.)
"La falta de preparación provocó un titubeo evidente."
(Het gebrek aan voorbereiding veroorzaakte een duidelijke aarzeling.)
"Titubeo" is afgeleid van het werkwoord "titubear", wat betekent "wankelen" of "aarzelen". Dit werkwoord heeft zijn oorsprong in het Latijnse "titubare", dat een vergelijkbare betekenis heeft.
Synoniemen: - Duda (twijfel) - Vacilación (aarzeling)
Antoniemen: - Seguridad (zekerheid) - Claridad (duidelijkheid)