"Tomo" is een zelfstandig naamwoord en is de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van het werkwoord "tomar", wat "nemen" of "pakken" betekent.
De fonetische transcriptie van "tomo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈtomo/.
In het Nederlands kan "tomo" vertaald worden als "ik neem" of "ik pak".
In het Spaans betekent "tomo" letterlijk "ik neem" en wordt vaak gebruikt in de context van het nemen van iets, zoals voedsel, drinken, of een beslissing. Het komt relatief vaak voor in gesproken en geschreven Spaans en is eenvoudig te begrijpen voor de meeste sprekers. Het gebruik van het woord is frequent in dagelijkse gesprekken, maar ook in formele contexten zoals boeken en artikelen.
"Tomo un café todas las mañanas."
"Ik neem elke ochtend een koffie."
"Cuando estoy cansado, tomo un descanso."
"Wanneer ik moe ben, neem ik een pauze."
In de Spaanse taal wordt "tomar" vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Tomar el toro por los cuernos."
"De stier bij de horens vatten."
Dit betekent een probleem direct aanpakken of niet om de hete brij heen draaien.
"Tomar las riendas."
"De teugels nemen."
Dit betekent de controle over een situatie overnemen.
"Tomar agua."
"Water nemen."
Dit kan letterlijk betekenen dat iemand water drinkt, maar ook figuurlijk dat iemand iets aanneemt.
"Tomar una decisión."
"Een beslissing nemen."
Hiermee wordt bedoeld dat iemand een keuze maakt.
"Tomar en cuenta."
"In overweging nemen."
Dit betekent dat je iets moet meenemen in je gedachten bij het maken van keuzes of besluiten.
Het woord "tomo" stamt af van het Latijnse "tomo", wat "nemen" of "nemen in" betekent. Dit is nauw verwant aan het werkwoord "tomar", dat van dezelfde wortel komt.