Het woord "tonto" in het Spaans is een bijvoeglijk naamwoord.
"Tonto" heeft verschillende betekenissen, waaronder "dom", "gek", "stom" of "onnozel". Het wordt voornamelijk gebruikt om iemand te beschrijven die niet erg slim is of zich op een ongepaste manier gedraagt. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar komt vaker voor in informele spreektaal dan in formele contexten.
Het woord "tonto" is een bijvoeglijk naamwoord en heeft geen verschillende werkwoordstijden.
"Tonto" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Haces como que te haces el tonto, pero sabes lo que ha pasado. (Je doet alsof je dom bent, maar je weet wat er is gebeurd.)
Reírse como un tonto: Lachen als een gek.
Se rió como un tonto durante toda la película. (Hij lachte als een gek tijdens de hele film.)
No ser tan tonto: Niet zo dom zijn.
No seas tan tonto y escucha lo que te digo. (Wees niet zo dom en luister naar wat ik zeg.)
Quedar como un tonto: Voor gek staan.
Me quedé como un tonto cuando me di cuenta de mi error. (Ik stond voor gek toen ik mijn fout ontdekte.)
De tonto no tiene un pelo: Zeer slim zijn, hoewel het anders lijkt.
Het woord "tonto" komt van het Latijnse woord "tonitu" wat "dof" of "verminderd in intellectuele capaciteiten" betekent.