"Tormento" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "tormento" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /toɾˈmento/.
"Tormento" kan in het Nederlands worden vertaald als "marteling", "kwelling" of "lijden".
In het Spaans betekent "tormento" een toestand van intens lijden, pijn of verdriet, vaak als gevolg van emotionele of psychologische druk. Het kan ook verwijzen naar een situatie die iemand in mentale of fysieke pijn brengt. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, maar het kan vaker in meer formele of literaire contexten worden aangetroffen.
Su corazón estaba lleno de tormento después de la pérdida de su amigo.
(Zijn hart was vol van marteling na het verlies van zijn vriend.)
El tormento de no saber qué pasaría le mantenía despierto por las noches.
(De kwelling van niet weten wat er zou gebeuren hield hem 's nachts wakker.)
"Tormento" wordt gebruikt in verschillende uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele idiomatische uitdrukkingen met dit woord:
"Vivir en tormento"
(In kwelling leven)
Esto se usa para describir una vida llena de sufrimiento o angustia.
(Dit wordt gebruikt om een leven vol lijden of angst te beschrijven.)
"Estar en un tormento"
(In een marteling zijn)
Esto implica estar en una situación extremadamente estresante o dolorosa.
(Dit impliceert in een extreem stressvolle of pijnlijke situatie zijn.)
"Causar tormento"
(Marteling veroorzaken)
Se refiere a acciones que provocan sufrimiento a otros.
(Het verwijst naar handelingen die anderen lijden veroorzaken.)
A veces, vivir en tormento parece ser la única opción.
(Soms lijkt in kwelling leven de enige optie te zijn.)
Estaba en un tormento constante por el dilema que enfrentaba.
(Hij was in een constante marteling vanwege het dilemma waar hij mee te maken had.)
Het woord "tormento" komt van het Latijnse "tormentum", wat "marteling" of "kwelling" betekent. Dit is afgeleid van "tormentare", wat "de pijn veroorzaken" of "schaden" betekent.
Synoniemen: sufrimiento (lijden), agonía (agonie), aflicción (aflevering), pena (pijn).
Antoniemen: alivio (verlichting), consuelo (troost), felicidad (geluk).