Het woord "tortura" is een substantief.
De fonetische transcriptie van "tortura" is [toɾˈtuɾa].
"Tortura" verwijst naar de opzettelijke toebrenging van ernstige pijn of lijden, meestal om informatie te verkrijgen, straf uit te oefenen of als een vorm van wraak. Het woord wordt vaak gebruikt in juridische en mensenrechtencontexten, en is in de meeste gevallen verbonden met geweld en schendingen van de mensenrechten. Het gebruik van "tortura" komt zowel in mondelinge spraak als in geschreven context veel voor, vooral in discussies over rechtvaardigheid en ethiek.
La tortura es una violación de los derechos humanos.
(Marteling is een schending van de mensenrechten.)
Las víctimas de tortura necesitan apoyo psicológico.
(De slachtoffers van marteling hebben psychologische ondersteuning nodig.)
"Tortura" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische zinnen, vooral om de ernst van een situatie te benadrukken. Hier zijn enkele voorbeelden:
No es tortura, es una prueba de resistencia.
(Het is geen marteling, het is een test van uithoudingsvermogen.)
Vivir con esta carga es una tortura diaria.
(Leven met deze last is een dagelijkse marteling.)
A veces las críticas son más tortura que ayuda.
(Soms zijn de critieken meer marteling dan hulp.)
La espera se transforma en tortura.
(Het wachten verandert in marteling.)
Het woord "tortura" komt uit het Latijnse "tortura," wat "het verdraaien" of "het kwellen" betekent. De oorsprong van het woord is gerelateerd aan de praktijk van het toebrengen van pijn als straf of om informatie te verkrijgen.
Synoniemen: - Martirio - Sufrimiento
Antoniemen: - Alivio (verlichting) - Bienestar (welzijn)