"Tribu" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "tribu" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtɾi.βu/.
In het Nederlands kan "tribu" vertaald worden als "stam" of "tribe".
Het woord "tribu" verwijst naar een sociale eenheid of groep mensen die vaak een gemeenschappelijk cultureel of etnisch erfgoed delen. De frequentie van het gebruik van "tribu" is relatief hoog in zowel mondelinge spraak als geschreven context, vooral in sociologische, antropologische en culturele gesprekken.
De stam leefde in harmonie met de natuur.
La tribu indígena celebra sus tradiciones cada año.
Hoewel "tribu" niet vaak voorkomt in specifieke idiomatische uitdrukkingen, kan het in verschillende contexten worden gebruikt om sociale of culturele verbondenheid aan te duiden. Hier zijn enkele voorbeelden:
De urbane stam komt elke vrijdag bijeen.
Todos en la tribu apoyan la decisión del líder.
Iedereen in de stam steunt de beslissing van de leider.
La tribu de artistas tiene un estilo único.
Het woord "tribu" komt van het Latijnse woord "tribus", wat verwijst naar een groep of tak van een volk. In de Romeinse tijd duidde "tribus" op een van de drie oorspronkelijke afdelingen van het Romeinse volk.