Het woord "trizarse" is een werkwoord in de infinitieve vorm.
/triˈθarse/
"Trizarse" wordt gebruikt om te verwijzen naar het uitglijden of struikelen over iets op de grond. Het kan worden gebruikt in zowel de orale als geschreven context, maar het wordt meestal meer in informele gesprekken gebruikt.
Me trizé con la alfombra y caí al suelo. (Ik gleed uit over het tapijt en viel op de grond.)
No vuelvas a trizarte con la misma piedra. (Val niet opnieuw over dezelfde steen.)
"Trizarse" wordt niet vaak gebruikt als onderdeel van idiomatische uitdrukkingen.
De etymologie van "trizarse" is afgeleid van het werkwoord "trizar", wat ook "scheuren" of "splitsen" betekent. De toevoeging van het achtervoegsel "-arse" geeft het werkwoord een reflexief karakter, wat het idee van iemand die zelf uitglijdt of struikelt onderstreept.