tubo is een zelfstandig naamwoord (substantief).
/ˈtu.βo/
tubo kan vertaald worden naar het Nederlands als buis of tubere.
In het Spaans verwijst tubo naar een cilindrische structuur, vaak hol, die gebruikt kan worden voor het transporteren van vloeistoffen, gassen of andere materialen. Het woord wordt in diverse contexten gebruikt, van alledaagse toepassingen in de bouw en industrie tot meer technische toepassingen in de geneeskunde (bijvoorbeeld bij medische apparatuur). Het gebruik is frequent in zowel spreektaal als geschreven tekst, maar komt meer voor in technische en formele contexten.
Voorbeeldzinnen: - El agua fluye a través del tubo de plástico. - Het water stroomt door de plastic buis.
Het woord tubo wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen zoals sommige andere woorden in het Spaans, maar hier zijn enkele zinnen waarbij het woord een belangrijke rol speelt:
In een tubere zitten.
La vida es un tubo de sorpresas.
Het woord tubo komt van het Latijnse tubus, wat eveneens een buis betekent. Dit verwijst naar de traditionele betekenis van een holle structuur.
Synoniemen: - caño (pijp) - conducto (geleiding)
Antoniemen: - bloque (blok) - sólido (vast)
Deze informatie biedt een uitgebreide blik op het woord tubo in de Spaanse taal.