"Tufo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "tufo" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtu.fo/.
Het woord "tufo" kan vertaald worden naar het Nederlands als "tufo", hoewel het geen veelgebruikte term is in het Nederlands. In sommige contexten kan het ook verwijzen naar "steen" of "tufsteen", afhankelijk van het specifieke gebruik.
In het Spaans verwijst "tufo" meestal naar een soort vulkanische steen, ook wel bekend als tufsteen. Dit type steen is licht van gewicht en poreus, en wordt vaak gebruikt in de bouw en voor decoratieve doeleinden. "Tufo" heeft niet een veelgebruikte positie in de dagelijkse conversatie, maar kan voorkomen in technische of bouwkundige contexten.
La casa está construida de tufo y ladrillos.
(Het huis is gebouwd van tufo en bakstenen.)
Utilizaron tufo para hacer el muro de la piscina.
(Ze gebruikten tufo om de muur van het zwembad te maken.)
"Tufo" wordt in de Spaanse taal vooral in technische termen gebruikt, en niet in veel idiomatische uitdrukkingen. Wel zijn er enkele specifieke uitdrukkingen die het gebruik van "tufo" in bouwcontexten benadrukken:
No es tan sólido como un muro de tufo.
(Het is niet zo solide als een muur van tufo.)
Esta escultura está hecha de tufo y resiste bien a la intemperie.
(Dit beeld is gemaakt van tufo en weerstaat goed aan de elementen.)
Het woord "tufo" vindt zijn oorsprong in het Latijnse "tufus", wat verwijst naar een soort porieus gesteente dat is ontstaan uit vulkanische activiteit.
Synoniemen: tufsteen, piepschuimsteen (in sommige contexten). Antoniemen: hoewel er geen directe antoniemen zijn, materialen zoals "beton" of "staal" zouden als contra-indicatie kunnen worden beschouwd in de context van bouwmaterialen.
Met deze informatie hoopt men een goed inzicht te hebben in het begrip "tufo" in de Spaanse taal.