Het woord "tupido" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "tupido" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /tuˈpiðo/.
In het Nederlands kan "tupido" vertaald worden als "dicht", "vol" of "groot", afhankelijk van de context. Het kan ook "kompakt" of "massief" betekenen.
"Tupido" wordt in het Spaans gebruikt om iets te beschrijven dat dicht of vol is, of iets dat een hoge dichtheid heeft. Het kan verwijzen naar teksturen, zoals haar dat dik is, of naar andere substanties die klonteren of strak samengevoegd zijn.
Dit woord wordt relatief vaak gebruikt in gesproken en geschreven contexten, hoewel het in formele teksten misschien minder gebruikelijk is. Het is meer gebruikelijk in dagelijkse conversaties of informele spraak.
El bosque es muy tupido y difícil de atravesar.
(Het bos is erg dicht en moeilijk te doorkruisen.)
El pelo de su perro es tupido y suave.
(De vacht van zijn hond is dik en zacht.)
"Tupido" komt niet vaak voor in specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele contexten waarin het kan worden gebruikt:
Una mente tupida no entiende la sutileza.
(Een dichte geest begrijpt de subtiliteit niet.)
Los árboles tupidos brindan sombra en el verano.
(De dikke bomen bieden schaduw in de zomer.)
Su discurso fue tan tupido que muchos no lo entendieron.
(Zijn toespraak was zo complex dat velen het niet begrepen.)
Het woord "tupido" komt van het Latijnse "tupidus," wat "dicht" of "compact" betekent. De wortels ervan zijn te vinden in de ontwikkeling van het Spaans en hebben ook invloed gehad op soortgelijke woorden in andere Romaanse talen.
Compacto (compact)
Antoniemen:
"Tupido" is dus een veelzijdig woord dat in verschillende contexten wordt gebruikt, vooral als het gaat om het beschrijven van texturen, volumes of dichtheid. Het is een nuttig woord in de Spaanse taal voor het beschrijven van verschillende objecten en situaties.