Woordsoort: Zelfstandig naamwoord
Fonetische transcriptie in het Spaans: /ˈtusa/
Betekenissen en Gebruik: "Tusa" heeft meerdere betekenissen in het Spaans: 1. Een vlokje of draad die uit een stof of materiaal steekt. 2. Het meest voorkomende gebruik van "tusa" in veel Latijns-Amerikaanse landen is als informele term voor liefdesverdriet of het gevoel van wrok na een afwijzing door een geliefde.
De term "tusa" wordt voornamelijk in informele contexten gebruikt en komt vaker voor in gesproken taal dan in geschreven taal.
Werkwoordsvormen: Aangezien "tusa" een zelfstandig naamwoord is, heeft het geen werkwoordsvormen of gerundium.
Voorbeelden:
1. "Le cayó una tusa en la camisa." (Hij heeft een pluisje op zijn shirt.)
2. "Está deprimida por la tusa del rechazo." (Ze is depressief vanwege het liefdesverdriet.)
"La tusa" wordt vaak gebruikt in verschillende Spaanse idiomatische uitdrukkingen die gerelateerd zijn aan liefdesverdriet. Hier zijn enkele voorbeelden van zinnen met idiomatische uitdrukkingen met "tusa", gevolgd door een Nederlandse vertaling:
De oorsprong van het woord "tusa" is afgeleid van het Quechua-woord "tuso," wat "pluisje, vlokje" betekent. Het woord verspreidde zich naar verschillende Latijns-Amerikaanse dialecten en kreeg daar verschillende betekenissen, waaronder die van liefdesverdriet.
Synoniemen: pluisje, draadje, liefdesverdriet
Antoniemen: blijdschap, vreugde, genoegen