un (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

Het woord "un" is een onbepaald lidwoord in het Spaans, wat overeenkomt met "een" in het Nederlands.

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie van "un" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /un/.

Voorbeeldzinnen

1. Tengo un perro. (Ik heb een hond.)
2. Veo un pájaro en el cielo. (Ik zie een vogel in de lucht.)
3. Necesito un teléfono nuevo. (Ik heb een nieuwe telefoon nodig.)

Idiomatische uitdrukkingen

• De uno a otro
  Translation: Van de een naar de ander
  Example: Viajamos de uno a otro país. (We reizen van het ene naar het andere land.)

• A uno por uno
  Translation: Een voor een
  Example: Los estudiantes entraron al salón a uno por uno. (De studenten kwamen een voor een de klas binnen.)

Etymologie

Het Spaanse lidwoord "un" komt van het Latijnse "unus", wat "één" betekent.

Synoniemen en antoniemen

• Synoniemen: uno, algún
• Antoniemen: una, el, la