Het woord "vaca" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "vaca" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈbaka/.
Het woord "vaca" vertaalt naar het Nederlands als "koe".
In het Spaans verwijst "vaca" naar een volwassen vrouwelijke koe, die vaak gefokt wordt voor melkproductie of vlees. Het woord wordt algemeen gebruikt in zowel gesproken als geschreven context, maar het komt vaker voor in gesproken taal, vooral in agrarische of informele settings.
De koe staat te grazen in het veld.
Compramos una vaca para la granja.
We hebben een koe gekocht voor de boerderij.
La vaca produce leche todos los días.
Het woord "vaca" komt ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen en gezegden in het Spaans:
Voorbeeld: En algunas culturas, la religión es una vaca sagrada.
Vaca flaca, vaca gorda.
Voorbeeld: La economía ha tenido vaca flaca y vaca gorda en los últimos años.
Hacer vaca.
Het woord "vaca" is afgeleid van het Latijnse "vacca", wat ook "koe" betekent. Dit wordt verder teruggevoerd naar de Proto-Indo-Europese wortel *wegʲ-, wat "draaien" of "wijzen" betekent, mogelijk verwijzend naar de manier waarop deze dieren zich bewegen en grazen.
Synoniemen: - "bovina" (rund) - "res" (rundvee, algemeen gebruikt)
Antoniemen: - "toro" (stier) voor het mannelijke tegenhanger. - "ternera" (kalf) voor jonge runderen.
Deze structuur biedt een uitgebreide blik op het woord "vaca" in de Spaanse taal, inclusief betekenis, gebruik, culturele context en meer.