"Vado" is een werkwoord in de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van "ir", wat "gaan" betekent in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "vado" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈβαðo/.
"Vado" kan vertaald worden als "ik ga".
In het Spaans betekent "vado" letterlijk "ik ga". Het wordt meestal gebruikt in een informele context. De frequentie van gebruik is hoewel niet uitzonderlijk hoog, komt het veel voor in alledaagse conversaties, vooral in gesproken Spaans. Het wordt percentueel vaker in de mondelinge spraak gebruikt dan in geschreven teksten, gezien de informele aard.
"Vado a la tienda a comprar pan."
"Ik ga naar de winkel om brood te kopen."
"Vado a la playa este fin de semana."
"Ik ga dit weekend naar het strand."
"Vado" zelf maakt geen deel uit van veel idiomatische uitdrukkingen, omdat het een gewone vorm van het werkwoord "ir" is. Er zijn echter uitdrukkingen die het woord "ir" bevatten, waarin "vado" de eerste persoon enkelvoud kan bezigen.
"Ir al grano"
"Vado al grano y digo que no me gusta."
"Ik ga direct naar de kern en zeg dat ik het niet leuk vind."
"Ir de mal en peor"
"Vado de mal en peor en no sé qué hacer."
"Ik ga van slecht naar erger en ik weet niet wat ik moet doen."
"Ir de vacaciones"
"Este verano, vado de vacaciones con mi familia."
"Deze zomer ga ik op vakantie met mijn familie."
Het woord "vado" komt van het Latijnse "vadere", wat "gaan" of "oversteken" betekent. Met de tijd is het veranderd en aangepast in de Spaanstalige context.
Synoniemen:
- "Voy" (ik ga)
- "Me dirijo" (ik beweeg me naar)
Antoniemen:
- "Vengo" (ik kom)
- "Me quedo" (ik blijf)
Met de bovenstaande informatie over "vado" krijg je een goed begrip van het gebruik en de context van dit woord in de Spaanse taal.