"Vago" is een bijvoeglijk naamwoord dat in het Spaans ook als zelfstandig naamwoord kan worden gebruikt.
De fonetische transcriptie van "vago" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈβa.ɣo/.
In het Spaans heeft "vago" twee primaire betekenissen: 1. Als bijvoeglijk naamwoord betekent het "lui" of "slordig". Het wordt vaak gebruikt om iemand te beschrijven die niet bereid is om te werken of moeite te doen. 2. Als zelfstandig naamwoord kan het verwijzen naar een "vagabond" of "zwerver".
Het woord wordt frequent gebruikt in zowel gesproken als geschreven taal, vooral in informele contexten. De term kan soms als informeel of zelfs als beledigend worden beschouwd wanneer het wordt gebruikt om iemand te beschrijven.
Hij is een lui die nooit wil werken.
No seas vago y haz tus tareas.
Er zijn verschillende idiomatische uitdrukkingen waarin "vago" wordt gebruikt:
Voorbeeldzin: Mi hermano es un vago de cuidado, nunca ayuda en casa.
Estar en la luna de Valencia.
Voorbeeldzin: Siempre está en la luna de Valencia, tan vago que se olvida de todo.
Tener un vago en la cabeza.
Het woord "vago" heeft zijn oorsprong in het Latijnse woord "vagus", wat "zwervend" of "onzeker" betekent. Gedurende de tijd heeft het woord verschillende betekenissen aangenomen, vooral in de context van luiheid en gebrek aan ambitie.