"Vaquero" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "vaquero" is /baˈkeɾo/ volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA).
In het Nederlands kan "vaquero" worden vertaald als "cowboy".
"Vaquero" verwijst naar een persoon die veehouderij of transmissie van vee verzorgt, en wordt vaak geassocieerd met de cowboycultuur, vooral in verband met de traditionele veehouderij in Latijns-Amerika. Het woord is populair in landen zoals Venezuela, Peru en Cuba. Het wordt gebruikt in zowel mondelinge als geschreven contexten, maar is bijzonder frequent in gesprekken over traditionele nationale kledij, landbouw en plattelandsleven.
De cowboy zorgt voor de paarden op de boerderij.
Mi abuelo fue un vaquero en su juventud.
Mijn grootvader was een cowboy in zijn jeugd.
Los vaqueros son una parte importante de la cultura rural.
In de Spaanse taal zijn er enkele idiomatische uitdrukkingen die het woord "vaquero" bevatten:
"Na een vakantie voel ik me als een cowboy."
"Ver las cosas a través de los ojos de un vaquero" - Dit heeft betrekking op het bekijken van problemen met een praktische en directe benadering.
"Het is goed om dingen door de ogen van een cowboy te bekijken als het gaat om het oplossen van problemen."
"Vaquero manso" - Dit verwijst naar een 'tamme cowboy', wat betekent dat iemand heel volgzaam of niet opstandig is.
Het woord "vaquero" is afgeleid van het Spaanse woord "vaca", wat "koe" betekent. Het heeft zijn wortels in de Latijnse term "vacca". De oorsprong van het woord weerspiegelt de verbinding van het beroep met de veeteelt en de omgang met runderen.
Synoniemen:
- "Pastoreo" (herder)
- "Caballero" (ridder/cowboy in bredere zin)
Antoniemen:
- "Urbano" (stedelijk)
- "Civilizado" (geciviliseerd) (in de context van levensstijl)