venir - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

venir (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Venir" is een werkwoord in het Spaans.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "venir" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /beˈniɾ/.

Vertaalopties voor Nederlands

"Venir" kan vertaald worden naar het Nederlands als "komen".

Betekenis en Gebruik

"Venir" betekent "komen" en wordt gebruikt om de actie van bewegen naar de spreker of een bepaalde plaats aan te duiden. Het wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven contexten, maar het is bijzonder gebruikelijk in informele gesprekken. Het werkwoord heeft een hoge frequentie van gebruik in het Spaans.

Voorbeeldzinnen

  1. "Voy a venir a tu casa mañana."
  2. "Ik ga morgen naar jouw huis komen."

  3. "¿Puedes venir a la fiesta este sábado?"

  4. "Kun je naar het feest komen deze zaterdag?"

Idiomatische Uitdrukkingen

"Venir" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. "Viene de familia."
  2. "Het komt uit de familie." (Dit wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iemand kwaliteiten of eigenschappen heeft die worden doorgegeven door de familie.)

  3. "Venir a menos."

  4. "In achteruitgang komen." (Dit verwijst vaak naar de afname in status of middelen.)

  5. "Venir al punto."

  6. "Tot de kern komen." (Dit betekent dat je direct naar het belangrijkste aspect van een onderwerp gaat.)

  7. "Venir de sorpresa."

  8. "Komt als een verrassing." (Gebruikt om aan te geven dat iets onverwacht is.)

Etymologie

Het werkwoord "venir" is afgeleid van het Latijnse woord "venire", wat ook "komen" betekent. Het heeft zijn oorsprong in het Proto-Indo-Europees *weh₁n-, wat "komen" of "gaan" betekent.

Synoniemen en Antonieten

Synoniemen: - Llegar (aankomen) - Acercarse (naderen)

Antoniemen: - Ir (gaan) - Salir (vertrekken)



22-07-2024