vestir - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

vestir (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Vestir" is een werkwoord in de infinitiefvorm.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "vestir" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /besˈtir/.

Vertaalopties voor Nederlands

In het Nederlands kan "vestir" vertaald worden als "aankleden" of "kleden".

Betekenis en Gebruik

"Vestir" verwijst naar de handeling van het aantrekken van kleding of de staat van gekleed zijn. Het wordt in het Spaans veelvuldig gebruikt, zowel in spreektaal als in geschreven context. Het werkwoord is vrij frequent in gebruik, vooral in dagelijkse gesprekken over mode, kleding en de act van aankleden.

Voorbeeldzinnen

  1. Ella va a vestir a su hija para la fiesta.
  2. Zij gaat haar dochter aankleden voor het feest.

  3. Es importante vestir bien para la entrevista de trabajo.

  4. Het is belangrijk goed gekleed te zijn voor het sollicitatiegesprek.

  5. Siempre me gusta vestir de manera cómoda.

  6. Ik houd er altijd van om comfortabel gekleed te zijn.

Idiomatische Uitdrukkingen

"Vestir" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Vestir de gala.
  2. Betekenis: In formele of feestelijke kleding zijn.
  3. Voorbeeld: Hoy vamos a vestir de gala para la boda.

    • Vandaag gaan we in formele kleding naar de bruiloft.
  4. Vestir y desvestir.

  5. Betekenis: Kleden en ontkleden (letterlijk en figuurlijk, zoals het gemakkelijk veranderen van mening).
  6. Voorbeeld: Ella puede vestir y desvestir sus emociones en un instante.

    • Zij kan haar emoties in een ogenblik veranderen.
  7. Vestir a la moda.

  8. Betekenis: Kleden volgens de mode.
  9. Voorbeeld: Es fundamental vestir a la moda si quieres impresionar.
    • Het is essentieel om volgens de mode gekleed te gaan als je indruk wilt maken.

Etymologie

Het woord "vestir" komt van het Latijnse woord "vestīre", wat "aankleden" of "bedekken" betekent. Het latijnse woord is afgeleid van "vestis", wat "kleding" betekent.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen

Antoniemen



22-07-2024