Het woord "viajero" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "viajero" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /bi.aˈxe.ɾo/.
"Viajero" kan vertaald worden als "reiziger".
In het Spaans verwijst "viajero" naar een persoon die reist. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context, maar je ziet het vaker verschijnen in geschreven teksten, zoals reistijdschriften, blogs en officiële reisdocumenten. Het gebruik is relatief frequent in conversaties over reizen, vakantie en toerisme.
Voorbeeldzinnen: - El viajero está emocionado por su próximo destino. - De reiziger is enthousiast over zijn volgende bestemming.
In Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen waar "viajero" in voorkomt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Reizen is leven.
"Cada viajero tiene su propio camino"
Elke reiziger heeft zijn eigen pad.
"El mundo es un pañuelo para un viajero"
Het woord "viajero" is afgeleid van het Spaanse werkwoord "viajar", dat "reizen" betekent. Het woord zelf komt van het Latijnse "viaticus", wat "betreffende een reis" betekent, en is verwant aan "via", wat "weg" of "pad" betekent.
Synoniemen: - Turista (toerist) - Aventurero (avonturier) - Viajante (reiziger)
Antoniemen: - Quedador (blijver) - Estancado (vast, stilstaand)
Met deze informatie krijg je een goed begrip van het woord "viajero" en de context waarin het wordt gebruikt in de Spaanse taal.