"Vicio" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "vicio" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: [ˈbi.θjo] (in Spanje) of [ˈbi.sjo] (in Latijns-Amerika).
Het Spaanse woord "vicio" kan vertaald worden naar het Nederlands als "ondeugd", "verslaving", of "gebrek".
In het Spaans verwijst "vicio" naar een gewoonte of gedraging die als negatief of schadelijk wordt beschouwd. Het kan betrekking hebben op gewoonten zoals roken, alcoholgebruik of andere verslavingen, maar ook algemener op morele tekortkomingen of deugden die ontbreken. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, met een iets frequentere verschijning in geschreven contexten.
Voorbeeldzinnen:
- "El vicio del tabaco es muy perjudicial para la salud."
(De verslaving aan tabak is zeer schadelijk voor de gezondheid.)
"Vicio" wordt vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, vooral in de context van verslavingen en ongewenst gedrag.
Voorbeeldzinnen met idiomatische uitdrukkingen:
- "Es un vicio que debo combatir si quiero mejorar mi vida."
(Het is een gewoonte die ik moet bestrijden als ik mijn leven wil verbeteren.)
"Llevar un vicio en secreto nunca es una buena idea."
(Een verslaving in het geheim hebben is nooit een goed idee.)
"El vicio del alcohol puede destruir familias."
(De verslaving aan alcohol kan gezinnen vernietigen.)
Het woord "vicio" stamt uit het Latijnse "vitium", dat "gebrek" of "schade" betekent. Deze oorsprong weerspiegelt de negatieve connotaties die aan het woord zijn verbonden in zowel het Spaans als het Latijn.
Synoniemen: - "Defecto" (gebrek) - "Vice" (onschuldig waarneembaar gebrek) - "Adicción" (verslaving)
Antonimen: - "Virtud" (deugd) - "Bondad" (goedheid) - "Perfección" (perfectie)