"Vivencia" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "vivencia" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /biˈβenθja/ in het Spaans (voor een Castiliaanse uitspraak; in bepaalde Latijns-Amerikaanse accenten kan het "vivensia" zijn: /biˈventsia/).
In het Nederlands kan "vivencia" vertaald worden als "ervaring", "beleving", of "ervaring" in de context van iets dat iemand heeft meegemaakt.
"Vivencia" verwijst naar een ervaring of de beleving van een gebeurtenis, vaak in een subjectieve of emotionele context. Het wordt gebruikt in de Spaanse taal om de specifieke betekenissen of de impact van een gebeurtenis in het leven van iemand aan te duiden. Het woord is gebruikelijk in zowel gesproken als geschreven Spaans, waarbij het vaak verschijnt in literatuur, psychologie en sociale wetenschappen.
Voorbeeldzinnen: - La vivencia de viajar por el mundo es algo que nunca olvidaré. - De ervaring om de wereld rond te reizen is iets dat ik nooit zal vergeten.
"Vivencia" wordt niet heel vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeelden waarin het woord voorkomt:
Elke ervaring telt, omdat het ons vormt als mensen.
La vivencia de la pérdida a menudo enseña lecciones valiosas.
De ervaring van verlies leert vaak waardevolle lessen.
A través de la vivencia, podemos comprender mejor a los demás.
Het woord "vivencia" is afgeleid van het Spaanse werkwoord "vivir", wat "leven" betekent, met de toevoeging van het achtervoegsel "-encia" dat vaak wordt gebruikt om substantieven te vormen die de actie of toestand van een werkwoord beschrijven. Dit maakt "vivencia" een term die letterlijk "de staat van leven" of "ervaring" betekent.
Synoniemen: - Experiencia (ervaring) - Percepción (waarneming) - Vivir (leven, in de context van een ervaring)
Antoniemen: - Inexperiencia (onervarenheid) - Ignorancia (onwetendheid) - Desconocimiento (onbekendheid)