Het woord "vividor" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "vividor" is /bi.βiˈðoɾ/.
Enkele vertaalmogelijkheden voor "vividor" in het Nederlands zijn: - Levensgenieter - Genieter - Iemand die van het leven geniet
In het Spaans verwijst "vividor" meestal naar iemand die het leven op een intense en hedonistische manier beleeft. Het kan ook een negatieve connotatie hebben, waarbij het iemand beschrijft die profiteert van anderen of op hen steunt, vaak zonder zelf bij te dragen. Het woord wordt zowel in spreektaal als in geschreven tekst gebruikt, al komt het iets vaker voor in gesproken context.
Hij is een levensgenieter die altijd op zoek is naar het maximale uit het leven.
No quiero ser un vividor; prefiero trabajar y ganarme mi dinero.
Hij is een levensgenieter ten koste van anderen en geeft geen om het welzijn van anderen.
"Ser un vividor" - Iemand zijn die altijd profiteert of geniet zonder iets terug te geven.
Hij is altijd een levensgenieter geweest, gebruikmakend van elke kans.
"Vivir como un vividor" - Leven als een genieter.
Het woord "vividor" is afgeleid van het Spaanse werkwoord "vivir," wat "leven" betekent. De beëindiging "-dor" wordt vaak gebruikt om een persoon aan te duiden die een bepaalde handeling uitvoert of in een bepaalde toestand verkeert.
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord "vividor" in de Spaanse taal.