"Yo" is een persoonlijk voornaamwoord in de eerste persoon enkelvoud.
De fonetische transcriptie van "yo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /jo/.
"Yo" vertaalt naar "ik" in het Nederlands.
In het Spaans betekent "yo" "ik" en verwijst naar de spreker zelf. Dit persoonlijke voornaamwoord wordt frequent gebruikt in zowel gesproken als geschreven taal. De gebruiksfrequentie is hoog, omdat het een essentieel onderdeel is van de communicatie in het Spaans. Het wordt doorgaans meer gebruikt in mondelinge spraak, maar verschijnt ook veel in gedichten, verhalen en formele teksten.
Voorbeeldzinnen:
- Yo soy estudiante.
(Ik ben student.)
In het Spaans is "yo" een belangrijk onderdeel van verschillende uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Yo que tú, no lo haría.
(Als ik jou was, zou ik het niet doen.)
Yo no sé.
(Ik weet het niet.)
Yo me río de ti.
(Ik lach om je.)
Si yo fuera rico...
(Als ik rijk was...)
Deze uitdrukkingen tonen hoe "yo" wordt gebruikt in hypothetische en andere contexten, wat bijdraagt aan de variëteit van de Spaanse taal.
Het woord "yo" komt van het Latijnse "ego", dat eveneens "ik" betekent. In de evolutie van de Spaanse taal heeft "ego" zijn vorm verhaald naar "yo".
Synoniemen voor "yo" zijn er in het Spaans niet, aangezien het een unieke aanduiding is voor de spreker in de eerste persoon. Er zijn echter verschillende manieren om andere voornaamwoorden te gebruiken die naar andere personen verwijzen, zoals "tú" (jij) of "él/ella" (hij/zij).
Antonimen voor "yo" in de context van voornaamwoorden kunnen "tú" (jij) of "ellos" (zij) zijn, afhankelijk van de gebruikte context.