El zagal del pueblo siempre ayuda a su abuela con la granja.
De jongen van het dorp helpt altijd zijn grootmoeder met de boerderij.
Cuando era un zagal, soñaba con ser un gran aventurero.
Toen ik een jongen was, droomde ik ervan een grote avonturier te worden.
Zagal wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele populaire zinnen waarin het voorkomt:
"El zagal de la casa tiene que aprender a trabajar."
De jongen van het huis moet leren werken.
"No seas tan zagal, ayuda a los demás."
Wees geen jongen, help anderen.
"Los zagales del campo son muy traviesos."
De jongens van het platteland zijn erg ondeugend.