"Zanca" is een zelfstandig naamwoord.
/fanˈka/
"Zanca" kan in het Nederlands worden vertaald als "poot" of "been", afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
In het Spaans verwijst "zanca" meestal naar de poot of het been van een dier, vaak in de context van dieren met lange of dunne poten, zoals verschillende vogels. Het woord wordt soms ook in een meer figuurlijke zin gebruikt om te verwijzen naar iets dat een soort ondersteuning biedt, of als het gaat om de benen of poten van meubels.
Het gebruik is relatief frequent in zowel gesproken als geschreven Spaans, maar kan meer voorkomen in specifieke contexten, zoals in de natuur of de beschrijving van dieren.
La grúa tiene largas zancas que le permiten alcanzar grandes alturas.
(De kraan heeft lange benen die hem in staat stellen grote hoogtes te bereiken.)
Los flamencos son conocidos por sus delgadas zancas y elegante postura.
(Flamingo's staan bekend om hun slanke poten en elegante houding.)
"Zanca" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar kan in bepaalde zinnen een figuurlijke betekenis hebben. Hier zijn een paar voorbeelden:
Hacer zancadas largas.
(Grote stappen maken.)
Deze uitdrukking kan worden gebruikt om aan te geven dat iemand belangrijke vooruitgang boekt of initiatief neemt.
Estar en las zancas.
(Op de poten staan.)
Dit kan betekenen dat iemand zich in een kritieke of onzekere situatie bevindt.
Tener varias zancas.
(Verschillende benen hebben.)
Dit kan figuurlijk gebruikt worden om aan te geven dat iemand in verschillende situaties actief is of betrokken is bij meerdere projecten tegelijk.
Het woord "zanca" komt uit het Latijnse woord "canca", wat hetzelfde betekent. Het heeft zich door de tijd heen ontwikkeld, waarbij de spelling en uitspraak zijn veranderd, maar de basisbetekenis is gebleven.
Deze informatie geeft een breed overzicht van het woord "zanca", inclusief gebruik, context en variaties in de benzining.