"Zarpar" is een werkwoord.
/θarˈpaɾ/ (in Castiliaans) of /sarˈpaɾ/ (in andere Spaanssprekende gebieden waar de z als s wordt uitgesproken).
"Zarpar" betekent letterlijk "afvaren" of "uitvaren", en wordt meestal gebruikt in nautische contexten om te verwijzen naar het moment waarop een schip de haven verlaat. Het woord kan ook figuurlijk worden gebruikt om te duiden op het beginnen van een reis of avontuur. Het heeft een vrij hoge gebruiksfrequentie in zowel gesproken als geschreven taal, vooral in maritieme contexten.
Het schip gaat om vijf uur 's middags afvaren.
Es importante revisar todos los equipos antes de zarpar.
"Zarpar" kan vaker voorkomen in uitdrukkingen met een maritieme of avontuurlijke betekenis. Hier zijn enkele voorbeelden:
Afvaren naar het onbekende is altijd een spannende avontuur.
No hay que temer a zarpar, el mar siempre ofrece nuevas oportunidades.
Je moet niet bang zijn om af te varen, de zee biedt altijd nieuwe kansen.
A veces hay que zarpar sin un plan claro.
Het woord "zarpar" komt van het Latijnse "sarpere", wat betekent "afsnijden" of "scheiden". Het heeft zich ontwikkeld in het Spaans om specifiek te verwijzen naar schepen die zich losmaken van de kade om te vertrekken.
Synoniemen: - Partir (vertrekken) - Salir (uitgaan)
Antoniemen: - Atracar (aanmeren) - Llegar (aankomen)