"Zinc" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "zinc" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /θɪŋk/.
Het Spaanse woord "zinc" vertaalt naar het Nederlands als "zink."
In het Spaans verwijst "zinc" naar het chemische element dat wordt gebruikt voor verschillende doeleinden, waaronder de bescherming van staal tegen roest en in de productie van legeringen. Het wordt vaak aangetroffen in de bouwsector, de verfindustrie en bij de productie van batterijen. Het gebruik van "zinc" is zowel in gesproken als geschreven context gebruikelijk, vooral in technische en wetenschappelijke omgevingen.
Zink is een essentieel mineraal voor het menselijk lichaam.
La construcción de la casa requiere una capa de zinc para protegerla de la corrosión.
"Inclusief 'zinc' in idiomatische uitdrukkingen is minder gebruikelijk, maar het kan voorkomen in technische contexten of jargon."
De smaak van het voedsel verbetert met een vleugje zink.
"En la industria, el zinc es fundamental para evitar desgastes."
Het woord "zinc" komt van het Duitse "Zink", dat zijn oorsprong vindt in het Latijn "zincus." De naam is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse "sinko," wat betekent "te veronderstellen" of "te buigen," verwijzend naar de eigenschappen van het metaal.
Synoniemen voor "zink" in het Spaans zijn "zingue" en "ahl." Er zijn geen directe antoniemen voor "zink," aangezien het een specifiek chemisch element is. Echter, men kan andere metalen noemen als alternatieven of tegenstellingen in bepaalde contexten, zoals "plomo" (lood) of "hierro" (ijzer).