"Zueco" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "zueco" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈswe.ko/.
De vertaling van "zueco" naar het Nederlands is "klomp".
In het Spaans verwijst "zueco" meestal naar een houten of andere met een stevige zolen vervaardigde schoen, vaak gedragen door boeren of in traditionele omgevingen. Het wordt vaak in informele contexten gebruikt en kan ook verwijzen naar een soort slof of comfortabele schoen. Het woord "zueco" heeft een vrij frequent gebruik in de gesproken taal en kan ook in geschreven teksten voorkomen.
Ella decidió comprar un zueco para trabajar en el campo.
(Ze besloot een klomp te kopen om op het veld te werken.)
En el taller, todos usan zuecos para estar cómodos.
(In de werkplaats draagt iedereen klompen om comfortabel te zijn.)
Het woord "zueco" vindt niet frequent zijn weg in idiomatische uitdrukkingen, maar soms komt het voor in colloquiale uitspraken die verwijzen naar eenvoudige of traditionele levensstijlen.
A veces hay que ser como un zueco, firme y no dejarse llevar por las modas.
(Soms moet je zijn als een klomp, standvastig zijn en je niet door mode laten beïnvloeden.)
En la casa de los abuelos, el zueco es el rey del descanso.
(In het huis van de grootouders is de klomp de koning van de ontspanning.)
Het woord "zueco" komt uit het Spaans en heeft zijn oorsprong in het Germaanse "zuhha", wat betekent "schoen". Het is verwant aan andere Europese woorden die verwijzen naar schoeisel.
Synoniemen: - Tacón (hakken, hoewel het hier niet precies hetzelfde is) - Chancla (slippers, in sommige regio's)
Antoniemen: - Zapato (schoen) - Botín (laars)