"Zurra" is een zelfstandige naamwoord in het Spaans, en het kan ook als een bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.
De fonetische transcriptie van "zurra" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈθura/ in het Castiliaans, en /ˈsura/ in andere delen van Spanje en Latijns-Amerika, waar de "z" als een "s" wordt uitgesproken.
Het woord "zurra" kan vertaald worden naar het Nederlands als "hond", meestal verwijzend naar een specifieke soort of een schunnige manier om te verwijzen naar iemand, afhankelijk van de context.
In het Spaans wordt "zurra" vaak gebruikt in een colloquiale zin. Het kan verwijzen naar een bepaalde soort hond, vaak met een negatieve connotatie of als scheldwoord. Het gebruiksfrequentie is meer in de gesproken taal, vooral in informele gesprekken. Het komt minder vaak voor in formele of geschreven contexten.
No me hables de esa zurra, no es mi tipo.
(Praat niet over die hond, dat is niet mijn type.)
Siempre que pasa la zurra, se pone a ladrar.
(Elke keer als die hond passeert, begint hij te blaffen.)
Er zijn specifieke uitdrukkingen in het Spaans waarin "zurra" wordt gebruikt, vooral in informele spreektaal.
La zurra no ladra sin razón.
(De hond blaft niet zonder reden.)
No seas zurra, así no vas a conseguir nada.
(Wees geen hond, zo ga je niets bereiken.)
No cuentes con su zurra en este asunto.
(Reken niet op zijn hond in deze kwestie.)
Tengo una zurra que me está molestando.
(Ik heb een hond die me stoort.)
Het woord "zurra" komt van het Oud-Spaanse woord "zurra", dat oorspronkelijk het woord voor hond was. De oorsprong is onzeker, maar het kan verband houden met het Latijnse "canis", dat "hond" betekent, of met andere woorden die een referentie naar dieren maken.
Synoniemen: perro (dog), can (dog), chucho (puppy)
Antoniemen: gato (kat), felino (feline)
Het gebruik van "zurra" kan sterk afhankelijk zijn van de regio, en het kan verschillende betekenissen en connotaties hebben in verschillende culturele contexten.