Substantief
/'ɔ.ʃju/
"Ócio" is een zelfstandig naamwoord in het Portugees dat 'vrije tijd' of 'rust' betekent. Het wordt meestal gebruikt in geschreven contexten en minder vaak in spreektaal. Het woord wordt vrij frequent gebruikt, vooral in formelere teksten.
"Ócio" is een zelfstandig naamwoord en heeft geen verbuigingen in termen van werkwoordsvormen.
Eu gosto de aproveitar o ócio para relaxar.
Vertaling: Ik houd ervan om mijn vrije tijd te gebruiken om te ontspannen.
Em tempos de ócio, aproveito para ler meus livros favoritos.
Vertaling: In tijden van rust neem ik de gelegenheid om mijn favoriete boeken te lezen.
Het woord "ócio" wordt soms gebruikt in enkele Portugese idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Viver de ócio" (letterlijk: leven van ontspanning) - Meaning: een leven leiden zonder verplichtingen.
Voorbeeld: Ele prefere viver de ócio do que trabalhar. (Hij geeft de voorkeur aan een leven van ontspanning in plaats van te werken.)
"Deitar ao ócio" (letterlijk: zich aan de ontspanning overgeven) - Meaning: niets doen, rusten.
Voorbeeld: Após a semana estressante, ela decidiu deitar ao ócio no fim de semana. (Na een stressvolle week besloot ze om niets te doen in het weekend.)
"Ócio criativo" (letterlijk: creatieve rust) - Meaning: tijd nemen voor rust en reflectie om creatieve ideeën te genereren.
Voorbeeld: Durante as férias, ela pratica o ócio criativo para desenvolver novos projetos. (Tijdens de vakantie oefent ze creatieve rust uit om nieuwe projecten te ontwikkelen.)
Het woord "ócio" is afgeleid van het Latijnse woord "otium", wat 'rust', 'vrije tijd' of 'ledigheid' betekent.
Synoniemen: lazer, descanso, repouso
Antoniemen: trabalho, ocupação, atividade