Het werkwoord "cumprir" in het Portugees betekent "volbrengen" of "vervullen" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iemand een taak, verplichting of belofte nakomt. Het werkwoord wordt voornamelijk gebruikt in geschreven contexten en minder frequent in gesproken taal.
"Het doen en laten" en "de plicht" in het Nederlands kunnen vertaald worden naar "cumprir" in het Portugees als onderdeel van enkele idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. Cumprir o dever (De plicht nakomen) - Het volbrengen van een taak of verantwoordelijkheid. 2. Cumprir à risca (Strikt volgen) - Om iets nauwgezet te volgen. 3. Cumprir com a palavra (Zijn woord houden) - Om een belofte na te komen.
Het werkwoord "cumprir" komt van het Latijnse woord "complere", wat "vervullen" of "voltooien" betekent.