Het woord "desejar" is een werkwoord in het Portugees.
De fonetische transcriptie in het Portugees met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet voor "desejar" is: /deziˈʒaʁ/
"Desejar" betekent "wensen" of "verlangen" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als schriftelijke contexten in het Portugees. Dit werkwoord is vrij algemeen en wordt regelmatig in gesprekken en geschreven taal gebruikt.
Hier zijn de vervoegingen van "desejar" in verschillende tijden: - Tegenwoordige tijd: - ik wens - eu desejo - jij wenst - tu desejas - hij/zij/het wenst - ele/ela deseja - Verleden tijd: - ik wenste - eu desejei - jij wenste - tu desejaste - hij/zij/het wenste - ele/ela desejou - Toekomende tijd: - ik zal wensen - eu desejarei - jij zal wensen - tu desejarás - hij/zij/het zal wensen - ele/ela desejará - Onvoltooid tegenwoordige tijd (gerundium): desejando
In het Portugees wordt "desejar" vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. Bom fim de semana! (Fijn weekend!) 2. Desejo que tenha um ótimo dia. (Ik wens je een geweldige dag toe.) 3. Desejo-te felicidades. (Ik wens je geluk.)
Het werkwoord "desejar" komt van het Latijnse woord "desiderāre", wat "verlangen" betekent.
Synoniemen van "desejar": querer, ansiar, aspirar
Antoniemen van "desejar": abominar, repudiar, rejeitar