ir - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Online Woordenboek

ir (portugees) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Betekenis

Het Portugese woord "ir" betekent "gaan" in het Nederlands. Het is een vervoegbaar werkwoord dat vaak gebruikt wordt om acties van beweging of verplaatsing uit te drukken.

Gebruik

"Ir" is een zeer vaak gebruikt woord in het Portugees en wordt zowel in geschreven als gesproken taal gebruikt. Het kent verschillende vervoegingen in de verschillende tijden en aspecten van het werkwoord, zoals tegenwoordige tijd, verleden tijd en toekomende tijd. Hier zijn enkele verbuigingen:

Voorbeelden

  1. Eu vou para a praia amanhã. (Ik ga morgen naar het strand.)
  2. Eles vão ao cinema esta noite. (Zij gaan vanavond naar de bioscoop.)

Idiomatische Uitdrukkingen

"Ir" wordt veel gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Portugees. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Ir de malas feitas = Klaar zijn om te vertrekken
  2. Ir para as nuvens = Dromen of fantaseren
  3. Ir a correr = Haasten
  4. Ir à luta = Strijden
  5. Ir direto ao ponto = Ter zaken komen

Etymologie

Het woord "ir" stamt af van het Latijnse werkwoord "ire", wat ook "gaan" betekent.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen - Partir (vertrekken) - Seguir (volgen) - Deslocar-se (zich verplaatsen)

Antoniemen - Voltar (terugkeren) - Permanecer (blijven)