Substantief
/lugar/
"Lugar" betekent "plaats" in het Nederlands. Het wordt veel gebruikt in het Portugees voor zowel geschreven als gesproken taal. Het kan verwijzen naar een fysieke locatie of een ruimte, maar het kan ook figuurlijk worden gebruikt om een positie, gelegenheid of situatie aan te duiden.
Aangezien "lugar" een zelfstandig naamwoord is, heeft het geen werkwoordsvormen.
"Lugar" wordt vaak gebruikt in Portugese idiomatische uitdrukkingen: 1. Dar lugar a: gelegenheid bieden tot. - Esta discussão deu lugar a muitas ideias novas. (Deze discussie heeft geleid tot veel nieuwe ideeën.)
Fique de olho nesse lugar para evitar problemas. (Houd dit in de gaten om problemen te voorkomen.)
Lugar-comum: cliché.
Esse discurso está cheio de lugares-comuns. (Deze toespraak zit vol clichés.)
Lugar de destaque: prominente positie.
Ela ocupa um lugar de destaque na empresa. (Zij heeft een prominente positie in het bedrijf.)
Não dá lugar a dúvidas: geen ruimte laten voor twijfel.
Het woord "lugar" komt van het Latijnse "locāre", wat "plaatsen" betekent.